De competenties in het kort
Natuurlijk zijn er ook competenties gebonden aan de minor Beyond Borders. Er moet rekening gehouden worden met het feit dat dit een Minor+ is. Minor+ betekend dat de minor onderdeel is van het Honours Programme.
Wat houdt dit in? Dit houdt in dat er strengere eisen worden gesteld aan het niveau van de competenties en dat er veel zelfstandigheid wordt verwacht van jou tijdens het volgen van deze minor. Laat dit je vooral niet afschrikken! Deze minor is prima te volgen en je bent gelukkig al gewend aan het werken met competenties.
Competenties
De minor Beyond Borders heeft vijf competenties. Deze vijf competenties zijn weer opgedeeld in gedragselementen. In deze gedragselementen staat beschreven waar je aan moet voldoen. Denk hierbij aan het ondernemend kunnen optreden in complexe beroepssituaties. Zo lijkt het vaag, maar gelukkig krijg je vanuit de minor een uitgebreid competentieprofiel met daarin beschreven wat het gedragselement inhoudt.
Competentie 1 Vernieuwingsgericht
De competentie vernieuwingsgericht zoekt naar een bijdrage aan vernieuwing. Zodat de vernieuwingsgerichte aanpak leidt tot en ontwikkeling van innovatieve beroepsproducten. Oftewel ondernemend en creatief bedenken over een oplossing vanuit verschillende perspectieven.
Hier kun je aan werken aan de hand van volgende gedragselementen:
- Het ondernemend kunnen optreden in complexe beroepssituaties;
- Vb: Je gaat zelfstandig op zoek naar een oplossing voor een probleem, zonder dat iemand dat eerst aan je hoeft te vragen.
- Het onderzoeken van het vraagstuk en mogelijke oplossingen;
- Vd: Je kijkt vanuit de doelgroep naar het probleem en niet alleen vanuit jezelf als professional.
- Het tonen van lef en durf om te experimenteren;
- Vb: Je onderzoekt alle oplossingsrichtingen
- Het op creatieve wijze naar zowel het vraagstuk als de oplossing kijken.
- Vb. een creatieve manier van brainstormen gebruiken.

Competentie 2 Vraaggericht
De competentie vraaggericht vraagt om verkenning die heeft plaatsgevonden, zodat deze verkenning kan leiden tot signalering van vraagstukken die worden herkend en erkend en die er in de beroepspraktijk toe doe en waarbij toepassingsgericht gewerkt wordt aan oplossingen. Oftewel het vermogen om de omgeving in kaart te brengen door middel van verschillende methodes en deze om te kunnen zetten in een probleemdefiniëring.
Hier kun je aan werken aan de hand van de volgende gedragselementen:
- Het tonen van omgevingsbewustzijn;
- Vb: Je brengt de omgeving in kaart en ziet welke factoren invloed hebben op het vraagstuk.
- Het in kaart brengen en specificeren van beroepsrelevantie vragen;
- Vb: Je vraagt door het op vraagstuk.
- Het vermogen om toepassingsgerichte vertaalslagen te kunnen maken;
- Vb: Je draagt een realistische oplossing aan.
Competentie 3 Samenwerkingsgericht
Competentie 3 samenwerkingsgericht doelt op het doelgericht samenwerken en communiceren door op een aantal op elkaar en op de beroepspraktijk afgestemde teamspelers tijdens een ontwikkelings- en/of vernieuwingstraject. Oftewel samenwerking en communiceren tijdens het uitvoeren van de opdracht.
Hier kun je aan werken aan de hand van de volgende gedragselementen:
- De bereidheid om samen te werken en hierbij algemene doelen te laten prevaleren boven individuele doelen;
- Vb: Je kan samenwerken binnen een multidisciplinair team;
- Het kunnen leveren van een bijdrage aan de ontwikkeling van een netwerk van deskundigen en dit netwerk doelgericht te raadplegen.
- Vb: Je kan een netwerk opbouwen en deze doelgericht inzetten.
- Het op de juiste wijze en op het goede moment in kunnen zetten van een variatie aan communicatieve vaardigheden;
- Vb: Je kunt efficiënt overleggen met je projectleden.

Bijeenkomst op school (Foto: Rens Martijn)
Competentie 4 Interactief leervermogen
Competentie 4 is gericht op het leren van en met elkaar, zodat je in staat bent om zelf vorm en inhoud te geven aan de blijvende ontwikkeling van jouw leervermogen. Oftewel je stuurt je eigen leervermogen door te leren in verschillende contexten.
Hier kun je aan werken aan de hand van de volgende gedragselementen:
- Het tonen van zelfsturend leervermogen;
- Vb: Je stelt doelen op aan het begin van de minor.
- De bereidheid en de wil om binnen verschillende en uitdagende settings te leren;
- Vb. Je vraagt feedback en past dit effectief toe.
- Het vermogen om te reflecteren op de effectiviteit van leerdoel, leerwijze en leerresultaat;
- Vb. Je maakt een sterkte en zwakte analyse en reflecteert hiermee.
Competentie 5 Kenniscreatie
Competentie 5 kenniscreatie vraagt om het blijven werken aan je eigen kennisontwikkeling binnen een innovatieve leerwerkomgeving, zodat je een daadwerkelijke bijdrage levert aan kennisontwikkeling. Oftewel je leert nieuwe kennis te combineren met kennis die je al had en deelt dit met andere mensen.
Hier kun je aan werken aan de hand van de volgende gedragselementen:
- Het kunnen ontwikkelen van kennis binnen een toepassingscontext;
- Vb: Je past ervaring van andere projectleden toe aan jouw kennis.
- Het kunnen toepassen van kennis en vaardigheden op verschillende toepassingsniveaus en contexten;
- Vb: Je zet in verschillende contexten kennis is.
- Het vermogen om kennis te delen en te ontsluiten;
- Vb. Een presentatie geven aan je opdrachtgever.
Maak jouw eigen website met JouwWeb